“Een rijkdomplafond, zouden we dat willen?”

Elon Musk, symbool van rijkdom als rijkste mens ter wereld. (Foto: Pixabay)

Grote Belgische fortuinen zijn gebouwd op hard werk en slimme beslissingen. Aan de basis ligt steeds de creatie van een toegevoegde waarde aan de economie. Van de 37 miljardairs in onze lijst zou je er 27 kunnen omschrijven als fabriekseigenaars die samen ook tienduizenden mensen tewerkstellen. Families die zich alleen bezighouden met het beheer van hun vermogen via investeringen, zorgen onrechtstreeks evengoed voor jobs. Ik vind dat daar wel iets tegenover mag staan.” Dat zegt Ludwig Verduyn, drijvende kracht achter deze website vandaag aan de krant De Morgen. Journaliste Lotte Beckers gaat in een analyse dieper in op de zogenaamde ‘limitaristen’, een kleine Nederlandse groep denkers die stelt dat een rijkdomgrens moet worden vastleggen. Gun de gefortuneerden genoeg om om een bloeiend, luxueus leven te leiden maar sluis de rest van hun fortuin door naar de staat. Want soms zijn mensen simpelweg té rijk, zo klinkt het. Een analyse die op weinig bijval kan rekenen.

Het idee komt uit de koker van Ingrid Robeyns, Belgisch econoom en hoogleraar ethiek aan de Universiteit Utrecht. “Er is een punt waarop een mens genoeg heeft”, legt ze uit in de krant. “Natuurlijk kun je altijd meer willen. Andrew Tate (influencer en ex-kickbokser die verdacht wordt van mensenhandel en verkrachting, red.) was niet tevreden met tien luxewagens, hij wilde er blijkbaar 35. Maar dat is immoreel als veel mensen in armoede leven en we met collectieve problemen zoals de klimaatcrisis worstelen − waarbij iedereen naar elkaar kijkt met de vraag wie dat gaat betalen. In zo’n ongelijke wereld moeten we ook naar de bovenlaag kijken en erkennen dat op een bepaald moment nog meer persoonlijk vermogen niets meer toevoegt aan levenskwaliteit.”



Zo’n vermogensrangschikking is volgens Verduyn niet meer dan een momentopname: het geld staat doorgaans niet op een bankrekening maar is geïnvesteerd in bedrijven. Die moeten eerst verkocht worden vooraleer de eigenaars hun centen effectief in handen hebben. “En van de rijke families uit de jaren 1970 heeft nu pakweg nog 15 procent even veel geld: die rijkdom is door de jaren versnipperd door erfenissen en ruzies.” Verduyn benadrukt dat vermogens wel worden belast. Dividenden worden in grootte orde slechts uitgekeerd na afhouding van 33 % roerende voorheffing. Op erfenissen betaal je sucessierechten al bestaan er daarvoor vele wettelijke ontwijkmogelijkheden.

Met een vermogen van 1,587 miljard euro staat ondernemer Roland Duchâtelet op de 24ste plaats in de lijst van De Rijkste Belgen. Hij is het, weinig verrassend, niet eens met de argumenten van de limitaristen. Ook hij noemt Elon Musk als voorbeeld, maar dan als behoeder van onze vrije samenleving. “Dankzij zijn rijkdom kon hij de Oekraïners helpen: hij heeft hen via zijn Starlinksatellieten gratis toegang tot het internet aangeboden, ook al kostte hem dat veel geld. Daarmee was hij als beschermer van de democratie veel efficiënter dan al die inerte politici die er een eeuwigheid over doen om tanks aan het front te krijgen.” (Lees verder onder de foto)

Roland Duchâtelet. ‘Foto: Belga Images)

Maar belangrijker, zegt Duchâtelet, zelf een groot voorstander van het basisinkomen, is dat de limitaristen uitgaan van een foutieve premisse, namelijk dat welvaart een beperkt gegeven is. “De vraag die hier gesteld wordt, is hoe we de taart eerlijk moeten verdelen. Wie bijdraagt aan de maatschappij door te innoveren of jobs te creëren, vergroot juist de taart. Als we een maximum zetten op vermogen, zal de taart juist kleiner worden, omdat die mensen zullen vertrekken.”

Wat is nieuw aan het limitarisme?”, werpt armoede-expert Ive Marx (Universiteit Antwerpen) op. De diagnose is immers al lang gekend: we weten dat ongelijkheid slecht is voor een samenleving en we kennen de mechanismen die de ongelijkheid stuwen. En ook de remedie is gekend, zegt Marx in de krant. Een grotere bijdrage van de rijkste mensen, dat is immers een courant pleidooi. “Ik vraag me af wat een rijkengrens dan precies toevoegt aan dit debat? Zo’n grens lijkt me ook bijzonder arbitrair. Er zijn immers verschillende manieren om een vermogen op te bouwen: is het een erfenis? Heeft iemand bijzonder veel geluk gehad of was hij serieel innovatief? Zo’n rijkengrens biedt hoogstens het voordeel van de duidelijkheid.” “De politieke realiteit leert mij dat we met het limitarisme geen stap verder zouden raken”, stelt Marx. “De argumenten om de rijkste vermogens zwaarder te belasten zijn overweldigend en er is een zeer groot draagvlak voor, dat weten we heel zeker uit opiniepeilingen. Als blijkt dat dan politiek al niet lukt, dan vrees ik dat een grens aan rijkdom een complete illusie is.”

“Vermogen komt niet als regen uit de lucht vallen”, zegt Ingrid Robeyns, “maar wordt door ons als samenleving gefaciliteerd, via het onderwijs bijvoorbeeld, of het systeem van eigendomsrecht. Moeten we daarover dan geen nieuwe afspraken maken over hoe we samen met dat geld omgaan? Belangrijk in het limitarisme is dat de allerrijksten als een vorm van dankbaarheid ook teruggeven aan de samenleving, in plaats van succes op te eisen als hun eigen verdienste.” (Lees verder onder de foto)

Ludwig Verduyn (Foto: RV)

Die laatste opmerking brengt ons bij het begrip mecenaat, of terug geven aan de samenleving. “Ik was zelf recent te gast bij één van die miljardairs.”, vertelt Verduyn. “Wanneer ik hem vroeg wat zijn grootste ambitie was, luidde het antwoord: ‘Al mijn medewerkers minstens 2.000 euro per maand netto betalen.’ Met 3.000 medewerkers is dat 6 miljoen netto lonen per maand met daar bovenop 6 miljoen aan sociale zekerheid en bedrijfsvoorheffing. Dat is maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen. Mecenaat komt daar bovenop. Al wordt er bijna nooit iets publieks gezegd over het geld dat vermogende Belgen wegschenken aan goede doelen. Doorgaans simpelweg omdat die vermogende Belgen liefst zelf kiezen waar ze hun geld aan schenken, zonder druk van buitenaf.”

Een rijkdomplafond, zouden we dat willen? Over de zin en onzin van een bovengrens aan iemands rijkdom”, Lotte Beckers, vandaag in De Morgen.