Het einde van Sindika Dokolo: de merkwaardige Afrikaanse mengeling van kunst en corruptie

Afgelopen donderdag is de Congolees Sindika Dokolo op 48 jarige leeftijd overleden in Dubaï. Dokolo kwam om het leven tijdens een diepzee duikpartij. De man was zowel de grootste verzamelaar van Afrikaanse kunst als het middelpunt van verschillende corruptie onderzoeken. Dat laatste werd gekristalliseerd door zijn huwelijk in 1999 met Isabel dos Santos, de dochter van de toenmalige Angolese dictator José Eduardo dos Santos. Haar erfenis maakte haar tot de rijkste vrouw van het Afrikaanse continent. Dokolo groeide op in Brussel en Parijs. Zijn kunstcollectie bracht hem regelmatig terug naar de Belgische hoofdstad. Hij combineerde met gemak kunst en corruptie. “Ik accepteer niet dat wij rijke Afrikanen onze excuses moeten aanbieden of rechtvaardigen.” zo zei hij daarover in de Franse pers. “Ik heb liever dat de rijkdom van het continent naar een corrupte zwarte gaat in plaats van naar een neokolonialistische blanke.”



De elegante Sindika Dokolo, altijd perfect duur en sportief gekleed, werd in 1972 geboren uit een Deense moeder, Hanne Kruse, die hem meenam naar alle musea in Europa. Zijn vader Augustin Dokolo Sanu was een zakenman wiens imperium floreerde tijdens het regime van de Congolese dictator Mobutu Sese Seko. Maar de zakenman viel uit de gratie van de Mobutu entourage voordat de oude maarschalk in 1997 werd omvergeworpen. “Mijn vader was de eerste Congolees die een bank oprichtte, de Banque de Kinshasa. We hebben nog steeds een aantal strategische troeven in het hele land.” zo zei Sindika Dokolo regelmatig, verwijzend naar zijn thuisland.

De moeilijkheden in Congo met onder meer twee burgeroorlogen tussen 1997 en 2003 verdrijven Dokolo naar het buurland Angola. In 2001 overlijdt zijn vader en wordt hij erfgenaam van een aanzienlijk fortuin. Dat zal echter in het niets verzinken tegenover het vermogen van zijn toekomstige echtgenote Isabel dos Santos wiens vader met hulp van het Sovjet regime decennia lang de scepter zwaait in het rijke Angola. (Lees verder onder de foto)

Sindika Dokolo met zijn echtgenote Isabel dos Santos.

Het koppel ontmoet elkaar in 1999 op Miami Beach in Luanda, het trefpunt van de Angolese jetset. Isabel, wiens Russische moeder ooit schaakkampioene was, is er eigenaar van de meeste exclusieve nachtclub, meteen haar eerste persoonlijke investering. Ze valt voor de jonge Congolees die zich kenmerkt door zijn dandy stijl en zijn klassieke Buddy Holly brilmonturen die hij draagt als een relikwie van zijn Europese opvoeding. Dat deelt hij ook met dos Santos. Beiden zijn van dezelfde generatie, ze zijn van gemengde afkomst, opgeleid in Europa, ambitieus en ongeremd. En beiden zeer rijk. Graag gezien gasten op het filmfestival van Cannes, de privéstranden van Saint-Tropez en de paleizen van Londen, worden ze het “eerste paar Afrikaanse oligarchen”, zoals de Zwitserse krant Le Temps ze noemt.

In 2016 komt Isabel dos Santos aan het hoofd te staan van het Angolese olie staatsbedrijf Sonangol. Nepotisme, zeggen politieke waarnemers. Tegelijkertijd wordt Sindika Dokolo eigenaar van de grote diamantmijnen in Angola. Later wordt hij ook eigenaar van het Zwitserse juwelenbedrijf de Grisogono. Ook het jetset paleis “Iron Palace”in de Angolese hoofdstad is hun eigendom. Naar Congo kan Dokolo niet terugkeren. Hij wordt er beticht in een corruptiezaak rond vastgoed. Ondertussen wordt ook hun positie in Angola na het verdwijnen van vader dos Santos onhoudbaar. Een onderzoek door het Angolese parket raamt de verduistering door het regime dos Santos op vijf miljard dollar. Eind vorig jaar beveelt een burgerlijke rechter in Luanda de bevriezing van bankrekeningen en tegoeden van Isabel dos Santos en Sindika Dokolo. Een maand later publiceert het International Consortium of Investigative Journalists’ de zogenaamde “Luanda Leaks”. Daaruit blijkt op basis van verborgen documenten niet meer of minder dat de familie dos Santos de schatkist van het land heeft overgenomen. Daarop worden ook de Europese te goeden van het echtpaar in onder meer Portugal en Nederland bevroren. En zoals altijd blijft Dubai als land van de vrijbuiters buiten de greep van het internationale recht. (Lees verder onder de foto)

Door alle corruptiezaken heen profileert Dokola zich als een fervent verdediger van Afrikaanse kunst. Net als zijn vader is Sindika één van de meest genereuze mecenassen van Afrikaanse kunst. Hij groeit uit tot een van de grote activisten voor de repatriëring van Afrikaanse werken en kunstvoorwerpen die zijn geplunderd door grote Europese en Amerikaanse musea. “Deze jacht op verloren voorwerpen heeft hem al in staat gesteld om een twintigtal werken terug te brengen naar het Dundo-museum in het noorden van Angola, zijn geadopteerde land.”, zo schrijft de krant Liberation die hem in 2019 had ontmoet. Zijn kunstambitie bracht hem ook regelmatig naar België.  Vorig jaar nog zette hij in het Brusselse Bozar de expositie “IncarNations” op. Het toonde een belangrijk deel van zijn persoonlijke collectie. 

Dokola was een fervent gebruiker van Twitter. Op datzelfde medium vloeien de berichten van medeleven binnen. Afkomstig van de Afrikaanse elite, verspreid over de hele wereld. Ze eren de culturele strijd die Dokola heeft gevoerd voor het Afrikaanse continent. Corruptie is niet aan de orde. Als voorbeeld een bericht van Amory Lumumba, kleinzoon van de in 1961 vermoordde eerste Congolese premier Patrice Lumumba.