Limburg verslikt zich in prestigieus Greenville project

Het moest een speerpunt worden in de definitieve reconversie van de Limburgse steenkoolindustrie: het incubatie- en cleantechcentrum Greenville dat werd ondergebracht in het voormalige hoofdgebouw van de Kempische Steenkoolmijnen in Houthalen-Helchteren. Gedreven door talrijke subsidiekanalen werd meer dan 10 miljoen euro in het project gepompt. In 2012 werd de incubator met alle plichtplegingen feestelijk geopend door toenmalig Limburgs SP.a minister Ingrid Lieten. Nu kijkt Greenville aan tegen 2 miljoen euro verlies en lijkt de toekomst onzeker te zijn. Een geplande kapitaalverhoging beloofd voor de zomer van 2020 bleef uit. Greenville is voor 60 % in handen van de Limburgse Reconversiemaatschappij LRM en voor 40 % van de gemeente Houthalen.



Het is precies in Houthalen dat het schoentje meest knelt. Op de gemeenteraad deze week werd het dossier fel bekritiseerd. De oppositie noemt Greenville een socialistisch prestigeproject dat financieel gevoed wordt door talrijke subsidiestromen gaande van Europa tot de provincie Limburg. Meteen sluit het project daarmee aan bij een lange traditie van Limburgse projecten die ingedekt werden door de lokale politieke krachten.

Het opzet van Greenville was duidelijk: een clustereffect creëren rond de beloftevolle cleantech industrie. En waar kon dat beter dan in de vroegere hoofdzetel van de zware steenkoolindustrie. Maar die ambitie mislukte. Greenville herbergt wel 43 bedrijven of bedrijfjes, maar die gaan van cleantech tot een rijschool, een interimkantoor, een muziekstreamingfirma, een securitybedrijf en consultancybureaus. Het complex was na renovatie goed voor 3.000 vierkante meter bedrijfsruimte, 500 vierkante meter vergader- en seminariezalen, en een bezoekerscentrum. De bezettingsgraad bleef te laag, net als de huurprijzen die te laag waren om de bankkosten te betalen. Desalniettemin werd aanpalend aan het historische gebouw het nieuwe Lab2Fab opgebouwd, meteen goed voor nog eens 2.000 vierkante meter bedrijfsruimte. Belangrijkste financier van het project is de bankier ING.

Op de gemeenteraad erkende eerste schepen en voorzitter van de raad van bestuur van Greenville Jef Verpoorten (CD&V) dat Greenville al sinds 2012 met structureel verlies te kampen heeft. Hij erkent ook dat de opbouw van het gebouw niet optimaal is. “Er is een praktisch probleem. Het gebouw leende zich er niet echt voor. Het heeft een mooi atrium waarrond de grote bedrijven zijn gelegen, maar voor de rest zijn er te veel ruimtes die onbruikbaar zijn.” aldus Verpoorten. Nog volgens de schepen wordt er achter de schermen hard naar een oplossing gezocht en dat samen met een adviesbureau.