Lothar Knauf, de Belgische vertegenwoordiger van de Duitse pleistergips familie

Lothar Knauf (rechts), met naast hem Patrick Renard, directeur van Knauf België.

Waarom staat Lothar Knauf niet in uw lijst?” zo vraagt een lezeres ons. Omdat hij een Duitser is, zo is onze eerste reactie. “Misschien, luidt het antwoord, maar hij woont al 40 jaar in Luik.” En inderdaad, Lothar Knauf kwam in 1972 naar België om hier in opdracht van zijn familie een eerste fabriek op te starten. Knauf is een industrieel succesverhaal van een familiaal bedrijf dat zijn eigen markt ontwikkelde, die van de industriële binnenafwerking van gebouwen. Ondertussen bezit de groep hier een vijftal vestigingen, goed voor 800 werknemers. Lothar Knauf vond in Luik zijn echtgenote. Hij stond tot in 2009 aan het hoofd van de Belgische Knauf dochters. Zijn zoon Xavier kan dan weer doorgaan als een pionier in de sector van de studentenkamers, nu een booming business. In 2012 kocht hij samen met een partner het oude treinstation van het Luikse Jonfosse en vormde die om tot 57 studio’s voor studentenverhuur.

Vijf schuine blauwe letters op een witte achtergrond. Iedereen kent het logo van Knauf. Het is één van die merkwaardige familienamen die eigenlijk een product werd: pleistergips. Het bedrijf richt zich op professionele stukadoors, architecten, doe-het-zelfzaken en particulieren. De oprichting van de multinational Knauf is vooral een familieaangelegenheid die teruggaat tot 1932, het jaar waarin twee Duitse broers het bedrijf oprichten. Karl en Alfons Knauf zijn jonge mijningenieurs die zich focussen op de winning en ontginning van gips, het erts dat aan de basis ligt van pleister. Dat zou binnen korte tijd een noodzakelijk element worden in de bouw en bij de afwerking van gebouwen. Toen de groep naar het buitenland uitbreidde, kozen ze in 1974 voor Engis in de provincie Luik. Familielid Lothar Knauf trouwde met een meisje uit Luik en vestigde zich daarna in Wallonië. Hij zou directeur blijven van de productie-eenheid tot hij 65 werd in 2009. Knauf Engis wordt de maatschappelijke zetel van de Belgische divisie. Hier wordt pleister in bulk geproduceerd en in de hele Benelux verkocht. Die inplanting is logisch want ze situeert zich langs de Maas, tussen Hoei en Seraing en naast het bedrijf Carmeuse van de familie Collinet, één van de grootste kalkgroepen ter wereld.



Ik arriveerde in Engis op 30-jarige leeftijd in 1972, zo vertelt Lothar Knauf. Ik had 2 jaar in Duitsland gewerkt toen mijn vader de noodzaak aangaf om een fabriek in België te openen. Toen hij mij aanstelde om het te leiden, aarzelde ik niet. Ik zou mijn eigen baas worden, mijn projecten leiden. Knauf-pleister was op dat moment een soort revolutie in de bouwsector. We brachten een product op de markt dat muren in één laag kon coaten! De enige moeilijkheid was dat ons product duurder was dan het traditionele product dat bestond uit kalk- en zandmortel. We moesten overtuigen en de effectiviteit van het product aantonen. Ik moet toegeven dat dat niet al te lang duurde. Al snel bereikten we ongelooflijke verkoopcijfers. De resultaten overtroffen onze verwachtingen. We hebben in elke provincie van België en Nederland instructeurs ingehuurd om vakmannen te introduceren met ons gips. Het waren hoogtijdagen, de concurrentie was veel minder sterk dan vandaag.”

Knauf werd ondertussen een multinational. In 2018 bood het 6,6 miljard dollar voor zijn Amerikaanse concurrent USG. Maar die was in handen van Berkshire Hathaway, het investeringsfonds van de miljardair Warren Buffett. Uiteindelijk, een jaar later, betaalde Knauf 8 miljard dollar voor USG. In Duitsland behoort de familie Knauf tot de 20 Rijkste Duitse families. Haar vermogen wordt door Manager Magazin geschat op 8,5 miljard euro.