NIEUW – Erfenis scheurt vleesfamilie Oeyen aan stukken

(Foto: Sopraco)

Tussen de broers Jan en Willy Oeyen woedt een strijd om de controle over het familiale voedingsbedrijf Sopraco. Dat bedrijf omvat onder meer de geïntegreerde productie van kalfsvlees van veehouderij tot slachterij. Na het overlijden van vader Paul Oeyen in 2016 wou zoon Jan zijn moeder en broer Willy uitkopen maar die operatie eindigde in een juridisch dispuut. Inzet daarbij vormt de Nederlandse Stichting Bellivo en de gelijknamige Luxemburgse holding die het familiaal vermogen overkoepelen. Tijdens dat proces voerde Jan Oeyen een merkwaardige operatie uit. Hij stuurde op zijn naam een aanmaning naar de Nederlandse Stichting Bellivo en zorgde er voor dat hij die aanmaning zelf in ontvangst nam. Zonder medeweten van zijn familie volgde een zitting voor de rechtbank en logischerwijs een verstekvonnis in het voordeel van Jan. Maar de rechtbank in Den Bosch oordeelde in mei dit jaar dat het verstekvonnis onrechtmatig is waardoor de hele zaak moet worden overgedaan. Inzet vormt het familiaal vermogen dat nu op 110 miljoen euro wordt geraamd.

Het is het Nederlandse magazine Quote dat de rechtbankstukken opspoorde. Op 29 augustus 2018, twee jaar na het overlijden van vader Paul, viel de beslissing dat Jan Oeyen zijn weduwe moeder Maria Oeyen en zijn broer Willy zou uitkopen. Beide broers raakten het immers niet eens wie en vooral welk beleid moest worden gevoerd over Sopraco. Die groep levert vlees op maat voor de grootdistributie, winkelketens, beenhouwerijen en de horeca: kalfsvlees, rundvlees, varkensvlees, geitenvlees, wild en gevogelte. De volledig verticaal geïntegreerde productie omvat de veehouderij, de productie van gepaste veevoeders, de slachterij, vleesverwerking en –veredeling en logistiek met kalfsvlees als eerste specialiteit.



Vader Paul Oeyen bouwde Sopraco een van de grootste slachterijen van België uit. Maar zijn zonen raakten er niet uit, ook niet over de uitkoop door Jan. In mei 2019 bleek dat moeder Maria Oeyen had besloten om vier kleinkinderen-Oeyen aan te stellen in het bestuur van Luxemburgse holding Bellivo. Dat impliceerde ook wijzigingen bij de STAK (Stichting Administratiekantoor) Bellivo in Nederland. Wat stuitte op verzet bij Jan. Waarop de plannen werden gewijzigd en enkel moeder Maria en één kleindochter Caroline, dochter van Willy, in Luxemburg zouden worden benoemd. Jan startte daarop een nieuwe gerechtelijke procedure. Hij bezorgde daarbij een dagvaarding bij de Nederlandse STAK, waar hij die als mede-bestuurder zelf in ontvangst nam. Zijn moeder en broer hadden geen idee wat er gebeurde en kwamen ook niet opdagen in de rechtbank ter zitting. Ze werden bij verstek veroordeeld. Maar dat bleef natuurlijk ook niet zonder gevolg. Zijn familie liet het verstekvonnis doorhalen, waardoor de hele zaak opnieuw van start moest. In september vorig jaar nam Jan Oeyen ontslag als bestuurder bij Sopraco en werd hij opgevolgd door Caroline Oeyen.

In mei van dit jaar kwam het dossier voor het hof van Beroep in Den Bosch. Dat oordeelde dat Jan Oeyen geen verklaring kon aanbrengen voor de manier waarop de dagvaarding werd behandeld binnen de STAK. Het verstekvonnis blijft dus vernietigd. Of Jan Oeyen in Nederland nieuw beroep aantekent bij de Hoge Raad is nog niet bekend, zo zegt zijn advocaat aan Quote. De raadsman van de Nederlandse STAK weigerde commentaar.