NIEUW – Het duurste werk van Andy Warhol, goed voor 200 miljoen dollar, helaas mee gebouwd op het kerkhof van Eternit-asbest

Het moet het duurste werk worden van een artiest uit de 20ste eeuw dat ooit is geveild. Dat was de boodschap die het veilinghuis Christie’s meegaf op een persconferentie enkele dagen terug in New York. De inzet: 200 miljoen dollar. Het werk: het iconische ‘Shot Sage Blue Marilyn’ dat Andy Warhol in 1964 afwerkte. Het werk draagt een heel verhaal mee van de op zich al iconische Marilyn Monroe. Maar achter het marketing verhaal gaat een harder financieel verhaal schuil met Belgische wortels. Het werk wordt verkocht door de Zwitserse ‘Thomas und Doris Ammann Stiftung’. De homofiele Zwitserse kunsthandelaar Thomas Ammann was een mecenas van Warhol. Ammann werd op zijn beurt gefinancierd door zijn vriend Alexander Schmidheiny. Die kon het fortuin gebruiken dat zijn vader Max opbouwde met beton en asbestproductie. Max Schmidheiny was de eigenaar van de Swiss Eternit Group en aandeelhouder van het Belgische Eternit van de familie Emsens. Alexander Schmidheiny overleed in 1993 op 41-jarige leeftijd, een jaar nadat Thomas Ammann overleed aan aids. Zijn aandeel in de kunstverzameling kwam terecht bij zijn broer Stephan. Die laatste werd in 2013 in Turijn veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf voor zijn verantwoordelijkheid inzake asbest slachtoffers.



Vader Max Schmidheiny had drie zonen. Hij wou dat zijn oudste zoon Alexander in zijn voetsporen zou treden, maar die koos met steun van zijn moeder een ander pad. Hij werd journalist en bouwde samen met zijn jeugdvriend Thomas Ammann een indrukwekkende collectie uit van moderne kunst. Beide vrienden konden het zich veroorloven enkel die werken te kopen die ze zelf mooi vonden. De collectie van Ammann groeide uit met werken van Francis Bacon, Balthus, Max Beckmann, Constantin Brâncuși, Georges Braque, Alexander Calder, Alberto Giacometti, Wassily Kandinsky, Ernst Ludwig Kirchner, Paul Klee, Willem de Kooning, Fernand Léger, Henri Matisse, Joan Miró, Barnett Newman, Pablo Picasso en Mark Rothko. Hij kreeg voet aan de grond in New York en groeide uit tot een toonaangevende galerijhouder. “Je zal nooit werken verzamelen die je later wil verkopen.” luidde zijn devies. Het commerciële werk liet hij over aan zijn zus Doris. (Lees verder onder de foto)

Thomas Ammann (links) met Andy Warhol in 1984. (Foto: Wikipedia)

Beide kunstinvesteerders onderhielden erg nauwe banden met Andy Warhol. Alexander Schmidheiny was onder meer actief in de ontwikkeling en uitbreiding van de het Cuvaison wijnhuis dat zijn familie eind jaren zeventig in de Napa Valley, Californië had verworven. Op verzoek van Alexander creëerde Andy Warhol begin jaren tachtig labels voor Cuvaison-wijnen. In 1977 inventariseerde Ammann een zogenaamde “catalogue raisonné” van alle schilderijen, sculpturen en tekeningen van Andy Warhol. Met de toestemming van de kunstenaar begon hij aan de enorme onderneming om het materiaal te verzamelen dat nodig was voor een dergelijk project dat eindigde in een alomvattend, wetenschappelijk en gezaghebbende publicatie. De eerste delen werden uiteindelijk in 2002 en 2004 gepubliceerd door Phaidon Press in een gezamenlijke inspanning van Thomas Ammann Fine Art en de Andy Warhol Foundation for the Visual Arts Inc, New York. (Lees verder onder de foto)

Een Cuvaison wijnetiket gemaakt door Andy Warhol.

Vader Max Schmidheiny verdeelde zijn imperium onder zijn overige twee zonen. Thomas kreeg de beton multitnational Holcim terwijl zijn broer Stephan de groep Eternit kreeg toegewezen. De familie Schmidheiny behoort tot de rijkste en machtigste families van Zwitserland. Net zoals de families Emsens in België en de familie Cuvelier in Frankrijk. Via kruisparticipaties controleerden ze Eternit asbestfabrieken in 16 landen, goed voor 23.000 werknemers. Die bedrijven werden de basis van hun fortuin dat uitlopers had in de politiek, in media en cultuur. Maar ook alle drie werden ze geconfronteerd met de agressieve en dodelijke kankerverwekkende effecten van het inademen van asbestvezels. Cash flow haalde het daarbij op gezondheid. Etiketten op de Eternitproducten droegen de stickers “gevaarlijk voor de gezondheid” daar waar had moeten staan “kankerverwekkend”.

De Eternit-aandeelhouders deden er alles aan om gerechtelijke vervolging te ontlopen. Toch waren er enkele dijkbreuken, met name in Italië. Er waren geen Italiaanse Eternit-aandeelhouders. De fabrieken waren er in handen van de families Emsens en Schmidheiny. In 2013 werd Stephan Schmidheiny door het beroepshof in Turijn samen met de Belg Louis de Cartier de Marchienne veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf. Schmidheiny was toen 66 jaar oud. De 90-jarige Cartier overleed kort voor de uitspraak. Eén jaar later werden de straffen vernietigd wegens verjaring. Stephan Schmidheiny, wiens vermogen wordt geschat op 2,6 miljard dollar, legde zich de voorbije decennia toe op allerlei soorten van filantropie. Toch werd hij in 2019 nog verantwoordelijk gesteld voor twee asbestdoden in de Eternitfabriek in het Italiaanse Genua.