VASTGOED – Bart Versluys wil ook betalen voor vuurtoren ‘Lange Nelle’

Lange Nelle werpt zijn oog op de luxe appartementen in Oostende. (Foto: Belga Images)

We konden er niet aan ontsnappen. De discussie over het licht van de Oostendse vuurtoren ‘Lange Nelle’ heeft ook onze redactie bereikt. Projectontwikkelaar Bart Versluys heeft in een interview gesteld dat hij ook wel wil betalen om de vuurtoren in stand te houden. En eventueel een brasserie wil inrichten op het lege grondniveau van de vuurtoren. Inzet vormt het afschermen van de lichtinval uit de vuurtoren in de hoge torenbouw van de luxe appartementen op de Oosteroever van de Oostendse haven. Maar zoals het zo dikwijls gaat, de politiek was Versluys net iets voor. Vlaams N-VA minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele stelde immers dat de beslissing om de vuurtoren in Oostende deels af te schermen met folie terug moet worden gedraaid. “We kunnen het historische licht van de Oostendenaren niet wegnemen omwille van een paar bezwaren. De klagers wisten dat de vuurtoren er was toen ze hun appartement kochten.”, aldus Diependaele.

Het licht uit de Oostendse vuurtoren houdt Vlaanderen al enkele dagen in de ban. Aanleiding vormt de beslissing van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust om het licht af te schermen met een folie wanneer het binnenzwaait in de appartementen van de torengebouwen die op de Oosteroever zijn gebouwd. Die torengebouwen zijn het werk van de projectontwikkelaars Bart Versluys en de groep De Cloedt. Het nieuws over de aangebrachte folie was meteen koren op de molen van de immer anarchistische Oostendenaars die zich ook al fel hadden verzet tegen de ontmanteling van de oude vissershaven en de bouw van een aantal grote torengebouwen. De torens hadden ze niet kunnen tegenhouden, maar het licht van de vuurtoren doven? Nooit ! Een petitie om het licht te laten branden kreeg meteen 10.000 handtekeningen.



Ongeveer drie jaar geleden hebben wij de vraag voor het eerst gesteld.” zegt de nu 51-jarige Bart Versluys, oprichter en CEO van de Groep Versluys, in de krant HLN. Met ‘de vraag’ bedoelt hij: of de ‘Lange Nelle’ misschien iets minder fel op de aanpalende appartementen kon schijnen. “Op de vergaderingen van verschillende verenigingen van mede-eigenaars werd die vraag destijds gesteld door bewoners. En vanuit de vereniging kwam er een mail naar ons, omdat ze niet wisten bij wie ze daarvoor terecht konden. Wij hebben dan als bouwpromotor de vraag gesteld aan het MDK (Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, red.).” Versluys benadrukt dat er door geen enkele bewoner een klacht is ingediend. “Ze hebben gewoon geïnformeerd of er niks aan gedaan kon worden. Wij hebben dan gevraagd of de lichtstralen landinwaarts functionele waarde hebben. Geen enkele, zo bleek. Er zijn trouwens nog bouwpromotoren die dezelfde vraag gesteld hebben, omdat er nog hogere flats werden bijgebouwd, die ook licht zouden binnenkrijgen.”

Het mag duidelijk zijn, Versluys vindt de vuurtoren ‘machtig’. Alleen mag hij wat minder schijnen in de appartementen. Toch zijn er weinig tegenargumenten. Er werd gesteld dat er geen torens zouden komen hoger dan het vuurtorenlicht. En die zijn er dus toch. Wie dus een appartement kocht op die hoogte kon weten dat het licht zou binnen schijnen. Goede gordijnen kunnen dat dus verhelpen.

Het licht van de vuurtoren nam meteen een symbolische iconische vorm aan. Wat kan je daar dan nog tegen doen? Een beetje afwachten en de zaak laten bekoelen, zegt een waarnemer. Blijkt dat de vooruitziende Versluys de problemen met ‘Lange Nelle’ zoals de vuurtoren wordt genoemd al zag komen. “Je moet weten dat wij wel meer vragen stellen aan het MDK.”, zo zegt hij in de krant. “Zo zouden we van de lege benedenruimte van de vuurtoren een tearoom willen maken. Het zou toch plezant zijn om daar een koffie te drinken? We willen de toren trouwens ook financieel steunen, opdat hij niet zou verloederen. De mensen zien de vuurtoren als een symbool van hun thuishaven en net daarom vinden we dat hij goed onderhouden moet worden.”

Vraag is dus wie het grootste licht zal kunnen laten schijnen over het dossier eens de publieke opinie wat is geluwd.