Familie De Vestel [442]

Laurence De Vestel

Vermogen € 46 903 000
Gekend als Oprichters van Batibouw
Activiteit Beheer vermogen
Inplanting Brussel
Huidige positie 442


In 1957 en 1958 verzorgde Georges De Vestel de public relations voor hotel Atlanta in Brussel. Tijdens die twee jaar moest hij regelmatig naar Parijs om er reisbureaus te gaan bezoeken. Hij deed dat per helikopter en landde altijd op de helihaven in Porte de Versailles. Op een dag had hij een paar uurtjes vrij en bezocht hij het Franse bouwsalon Batimat. Meteen was het zaadje geplant. ‘Waarom doen we dit niet in België?’, dacht De Vestel. Hij ging praten met de verantwoordelijken van de Nationale Confederatie Bouw en de Koninklijke Federatie van Architectenverenigingen van België. De twee verenigingen stonden onmiddellijk achter zijn initiatief. Daarbij kwam dat de eigenaar van het Rogier-centrum De Vestel had toegezegd dat hij de huur van de zalen over meerdere jaren mocht betalen indien het salon geen succes werd. Al deze kleine ruggensteuntjes samen overtuigden de man er van om met een Belgisch bouwsalon te starten.

Het eerste jaar liep De Vestel langs bij 400 bedrijven om slechts 60 exposanten binnen te halen. Maar dan kwam de RTB op de proppen. Die besliste om een serie speciale uitzendingen te verzorgen vanuit een studio op het Rogier-plein. Die uitzending bracht heel wat bezoekers op de been. Het succes kende een sneeuwbaleffect en het volgende jaar waren er dubbel zoveel exposanten. Het salon was gelanceerd.

Na 10 jaar verhuisde De Vestel van het Rogierplein naar de Heizel. De naam van het salon wijzigde in Batibouw. In die tijd had de bouwbeurs zo goed als geen concurrenten. Het salon kreeg ook een nieuw logo: de ondertussen bekende schildpad met rode bakstenen, ontworpen door Julian Key.

Deelnemers betalen aan Batibouw een belangrijk standgeld. Maar dat is gemiddeld slechts 20 procent van het totale budget dat nodig is voor een deelname aan de bouwbeurs. De rest wordt besteed aan onder meer de stand, de catering, een paar hostesses, enkele overnachtingen in Brussel en speciale folders.

In 2003 werd Georges De Vestel 70 en zocht hij een opvolging voor Batibouw. Hij vond die bij zijn dochter Laurence en haar toenmalige echtgenoot Philippe Lhomme. Die kregen echter de beurs niet zomaar. Neen, ze legden daarvoor verschillende miljoenen euro op tafel. De tweede dochter Audrey ging zich onder meer toeleggen op de ‘feel good’ beurzen Cocoon. Georges De Vestel trok zich terug in Monaco.

Laurence De Vestel en Philippe Lhomme brachten de beurs onder in de nieuwe groep Fisa waarvan ze elk 48 % controleerden. 4 %werd ondergebracht in de holding November die dan weer voor gelijke delen in handen was van het echtpaar. Die constructie maakte dat nooit een derde partij de meerderheid in Batibouw kon verwerven zonder de toestemming van de twee aandeelhouders.

Maar dat evenwicht hield geen stand. Ir 2009 raakten dochter De Vestel en haar echtgenoot verwikkeld in een vechtscheiding. Lhomme wou persé de organisatie van Batibouw behouden. Hij betaalde de familie De Vestel daarvoor ultiem 12,5 miljoen euro. Cocoon werd dan weer verkocht aan de groep Artexis van Eric Everard. Het familiaal vermogen werd gehergroepeerd in de private stichting La Fondation de la Tortue, de Stichting van de schildpad.

Na haar scheiding ging Laurence De Vestel zich toeleggen op het zachtere werk. Ze werd ‘personal coach’ en stampte het bedrijf Vestaculture uit de grond. Dat bedrijf legt zich toe op innovatieve irrigatietechnieken in de tuinbouw.

In 2020 werd Fondation La Tortue geherstructureerd waarbij alle vastgoeddochters werden opgeslorpt door de stichting. Dat leverde een patrimonium op van 80 miljoen euro, deels gefinancierd met bankschulden. Fondation de la Tortue werd daarna opgesplitst in de Fondation de l’Eléphant en Fondation Famiteka die dan weer eindigen bij de vennootschappen Kimbal en Immoteka, respectievelijk in handen van Laurence en Audrey De Vestel. Beiden kunnen nu elk bogen op een patrimonium van 40 miljoen euro aan vastgoed waarvan elk 23 miljoen eigen vermogen.