Belgische agro-industrie zinkt weg in diepe coronacrisis

België is wereldwijd de grootste exporteur van diepvries aardappelproducten. Tegelijkertijd zijn wij de grootste importeur ter wereld van aardappelen. Ons land telt een aantal megabedrijven in de aardappel verwerkende sector. En daar loopt het nu grondig fout. Heel Europa is in lock down. De afzetmarkt slinkt weg. En als die nog bestaat, is hij moeilijk te bereiken door fysiek onderbroken uitvoerlijnen. Eén derde van de aardappelvoorraad die geen contractuele afnemer heeft, is nu waardeloos geworden. De cash in de sector is aan het opdrogen. De toekomst kondigt zich uiterst moeilijk aan. Een gelijkaardig verhaal speelt zich ook af in de sector van de industriële groentenverwerking. Voor de agro-industrie is de coronacrisis echt wel oorlog.



Amper een maand terug, was de vraag: is er eten genoeg om de crisis door te komen? Het grote publiek sloeg immers aan het hamsteren. Nu toont zich de omgekeerde beweging. Het publiek consumeert minder. De toekomst is onzeker. Dus wordt de consument voorzichtiger. Dat wordt trouwens de cruciale vraag voor de wederopbouw van de industrie: zal er na de crisis genoeg vertrouwen zijn bij de consumenten en bij de investeerders?

De Belgische agro-industrie heeft op dit moment met allerlei andere problemen op korte termijn te kampen. Aardappelen zijn een vers product met slechts een beperkte houdbaarheid. Ons land huisvest belangrijke verwerkende bedrijven die samen 5,3 miljoen ton diepvriesfrieten, puree en chips produceren. Die bedrijven situeren zich om evidente import- en export redenen aan de grens met Frankrijk in West-Vlaanderen en Henegouwen en aan de grens met Duitsland en Nederland in Antwerpen en Limburg. Die hele handel dreigt nu stil te vallen. De export is goed voor 90 procent van de Belgische diepvriesfrietenverkoop. Vorig jaar ging het om 2,7 miljoen ton diepgevroren frieten.

België ligt ook centraal in de zogenaamde ‘potato belt’, de gordel waar de aardappelteelt het best gedijt. Die start in Noord-Frankrijk, over Vlaanderen tot een stukje van Nederland. Aardappelboeren sluiten afname contracten af met grote verwerkers of brengen hun producten naar de vrije markt. Die laatste is nu helemaal stil gevallen. 1 miljoen ton aardappelen zal daar wegrotten of in het beste geval verwerkt worden tot veevoeder. In normale tijden gaat het om een marktwaarde van 150 tot 200 miljoen euro.

De schade voor de boeren dreigt nog groter te worden. Op dit moment zaaien ze aardappelen die in de zomer en het vroege najaar worden geoogst. ‘Maar door het coronavirus is het belangrijk dat niet alle aardappelen zoals gepland geplant worden’, zegt Romain Cools van de aardappelfederatie Belgapom vandaag in de Tijd. De contracten voor de nieuwe teelt zijn al lang getekend. ‘De aardappelverwerkers zetten de contracten nu stop, maar ze vergoeden wel het pootgoed en ze betalen een vergoeding voor de pacht van het land.’

Voor de agro-industrie is de coronacrisis echt wel oorlog. En daarbij zijn enkel de onheilspellende woorden van kracht die Winston Churchill in mei 1940 uitsprak tijdens zijn eerste toespraak als oorlogspremier: “I have nothing to offer but blood, toil, tears and sweat.” (“Ik heb niets anders te bieden dan bloed, zwoegen, tranen en zweet.”)

https://youtu.be/jrPoMGZ35xI