Het beursgenoteerde voedingsbedrijf Ter Beke voert naar eigen zeggen “stugge” contractuele discussies met een supermarkt, waardoor de groep mogelijk tijdelijk de verkoop van producten zal moeten opschorten. Ter Beke, voor meerderheid in handen van de familie Coopman en onder meer bekend van het lasagnemerk Come a casa, waarschuwt voor een “uitzonderlijke kosteninflatie” in 2022 en mogelijke toeleveringsproblemen. “De algemene schaarste aan bepaalde grondstoffen, ingrediënten en verpakkingsmaterialen kan in sommige gevallen immers leiden tot toeleveringsproblemen aan klanten wegens force majeure”, aldus de voedingsgroep uit het Oost-Vlaamse Lievegem. Dit alles kan “een significante invloed hebben op de verkopen en de resultaten van de groep”, aldus nog Ter Beke. De omzet van de betrokken klant in de divisie bereide gerechten bedroeg vorig jaar 6 procent van de totale groepsomzet.
Vrijdag licht Ter Beke zijn resultaten toe over vorig jaar. Deze zullen naar verwachting de positieve trend doortrekken. Het onderliggende cash flow cijfer tussen 52 en 53 miljoen euro en de schuldreductie tot minder dan 75 miljoen netto schuld tonen dat de operationele aanpassingen die werden ingezet tussen eind 2020 en begin 2021, renderen, aldus een persbericht. Op lange termijn schept dit vertrouwen, zo luidt de conclusie.