De familie Frère keert zichzelf via een dividend van hun sleutelholding Frère-Bourgeois 30 miljoen euro uit. Dat dividend is opmerkelijk hoger dan de voorbije jaren wanneer het onder het miljoen bleef. Nochtans was 2018 niet het beste jaar voor de holding van de familie Frère. De verkoop van hun participaties in Banca Leonardo en Distriplus, de holding boven distributeur Planet Parfum, leverde een globale minwaarde op van bijna 11 miljoen euro. Door de terugname van geboekte meerwaarden eindigt de holding met een boekhoudkundig verlies van 109 miljoen euro.
De familie Frère heeft ook zijn patrimoniale structuur fors vereenvoudigd. De holding Loverval Finance en haar moederbedrijf Erbe werden opgeslorpt door de patrimoniumvennootschap Financière de la Sambre. Die laatste werd ooit door wijlen Albert Frère opgericht om er zijn bossen en jachtdomeinen in onder te brengen. Nu staat hij voor een vermogen van 2,3 miljard euro.
De holding Frère-Bourgeois wordt ondertussen afgebouwd. Zoals gezegd gingen Banca Leonardo en Distriplus de deur uit. In mei dit jaar verkocht de holding zijn belang van 51 procent in de Zwitserse energietrader AOT Energy aan de Zwitserse grondstoffenhandelaar ArrowMetals. Over 2018 boekte AOT een verlies van 62 miljoen euro. En enkele dagen terug werd bekend dat de familie ook haar belang in IDF, de holding boven de luchthavenwinkels in Zaventem en Charleroi, van de hand deed. Het is niet duidelijk wat de toekomststrategie van de holding is. Frère-Bourgeois beschikt nu over een schatkist van 819 miljoen euro cash. Daarnaast kan ze bij de banken terecht voor nog eens 450 euro kredieten.
Binnen de groep GBL blijft de familie wel actief investeren. Zo kocht het investeringsfonds Ergon Dolciaria Acquaviva op, een van de grootste producenten van bevroren bakkerijproducten in Italië. Dat bedrijf is volgens de Italiaanse pers goed voor 60 miljoen euro omzet en een brutobedrijfswinst van 15 miljoen. Het is de derde deal van Ergon sinds eind mei. Toen kocht het de Franse voedingsgroep Haudecoeur, in juni volgde het Nederlandse detacheringsbedrijf TMC.
Tot slot nog een detail. De holding besliste dat haar twee afgevaardigd bestuurders Xavier Le Clef en Cédric Frère jaarlijks een vergoeding krijgen van respectievelijk 400.000 en 275.000 euro.