Club Brugge, de ploeg in handen van de projectontwikkelaar Bart Verhaeghe, heeft de voorbije tien jaar 81 miljoen euro bonus geboekt uit transfers van in- en uitgaande spelers. Uitschieter was het seizoen 2023/2024 met een positief saldo van 32 miljoen euro. Er werd 56 miljoen euro gehaald uit verkopen van spelers, waaronder een record van 36,5 miljoen euro uit de verkoop van Charles De Ketelaere aan AC Milaan in augustus vorig jaar, terwijl er voor 24 miljoen aan spelers werd gekocht. De cijfers sluiten aan bij de publicatie door de CIES Football Observatory Weekly Post van de 100 clubs met de meest winstgevende clubs ter wereld in termen van inkomsten die de afgelopen tien jaar zijn gegenereerd door de transfer van spelers die daar tussen hun 15e en 21e minstens drie seizoenen hebben doorgebracht. Daarbij zijn drie Belgische clubs met op kop Anderlecht in handen van Marc Coucke, goed voor een opbrengst de voorbije tien jaar van 179 miljoen euro, gevolgd door Brugge en Standard, die laatste twee elk goed voor 72 miljoen euro.
Het is de website Made in West-Vlaanderen die de cijfers van Brugge over alle transfers publiceert. Het CIES van zijn kant stopt zijn berekening bij het afgelopen seizoen 2022-2023 en concentreert zich op de jeugdopleidingen. Het Observatorium heeft een lijst opgesteld van de clubs over de hele wereld die de meeste inkomsten hebben gegenereerd uit de verkoop – inclusief transfersommen, bonussen en ontvangen doorverkooppercentages – sinds 2013 van spelers die zijn opgeleid bij de club. Dit zijn spelers die voor hun 21e verjaardag minstens drie seizoenen bij de club hebben doorgebracht en in het bezit zijn van het paspoort van het land.
Anderlecht komt daarbij in de lijst voor op ManU, Bayern en Juventus. Die verkopen leverde de ‘Mauves’ 179,2 miljoen euro op, goed voor de 25e plaats in de wereld. Daarmee komt de ploeg uit Neerpede wel ver achter de nummer één Benfica, met 516 miljoen, Ajax met 376 miljoen, Lyon met 370 miljoen en Real Madrid met 364 miljoen. Club Brugge en Standard zijn de enige twee andere Belgische ploegen die in de Top 100 voorkomen, op de 77e en 78e plaats met respectievelijk 72,5 en 72,3 miljoen.
Het CIES koppelt zijn cijfers aan de jeugdopleidingen bij de clubs. Detectie en scouting spelen daarbij een essentiële rol. Kinderen en hun ouders moeten worden overtuigd om lid te worden van de club en moeten bereid zijn dan ook snel weer te vertrekken, doorgaans naar het buitenland. Het gaat er dus om jongeren juist op te voeden, hen een kans geven op het hoogste niveau en hen goed te verkopen. In dat opzicht is Anderlecht nummer één in België. Onder andere Jérémy Doku, Youri Tielemans, Leander Dendoncker en Alexis Saelemaekers dienen daarbij als voorbeeld. Julien Duranville vertrok op 17-jarige leeftijd naar Dortmund. Roméo Lavia en Orel Mangala verlieten Anderlecht zonder zelfs maar één profwedstrijd te hebben gespeeld.
Belgische clubs hebben een hebben een sterke opleidingsreputatie opgebouwd maar verkopen doorgaans zeer snel hun talenten aan het buitenland. Hun sterkste punt is dus meteen ook hun zwakste punt: jongeren kopen en verkopen krijgt dikwijls de kritiek mee mensenhandel te zijn. Professioneel voetbal heeft echter dermate financiële vormen aangenomen dat transfers als financieel instrument naast televisierechten centraal staan in de voetbalbusiness.
