Willemen sluit horrorjaar af met een verlies van 35 miljoen euro

Vader en zoon Tom Willemen. (Foto: Belga Images)

De Mechelse bouwgroep Willemen, één van de grootste familiale bouwbedrijven van het land, incasseert over 2022 een verlies van 35 miljoen euro. Willemen kreeg in 2021 liquiditeitsproblemen, die van kwaad naar erger gingen wanneer de oorlog in Oekraïne de inflatie aanwakkerde en de energie- en materiaalprijzen fors omhoog duwde. In juli 2022 moest het bouwbedrijf een miljoenenlening afsluiten bij het coronaherstelfonds van de federale overheid. De omzet daalde vorig jaar van 795 naar 725 miljoen euro. Het vermogen van de familie Willemen valt terug op 45 miljoen euro.

Nog vorig jaar moest Tom Willemen het beleid van het bedrijf uit handen geven door oververmoeidheid. Zijn vader Johan nam op zijn 72ste het roer over, maar gaf dat twee weken later door aan Marc Jonckheere, die pas sinds mei 2022 bij het bedrijf werkte. De nieuwe CEO voegde onder meer de verlieslatende bouwfilialen Franki Construct, Cosimco en Willemen Construct samen. Willemen verkocht zijn activiteiten in Luxemburg, vereffende zijn business in Duitsland en zoekt een koper voor de winstgevende palenfirma De Waal Solid Foundation. Tom Willemen, die zijn vader in 2016 opvolgde als CEO, zette intussen definitief een stap opzij. Hij werd voorzitter ter vervanging van zijn vader. Vooral in Duitsland had het bedrijf problemen. Er werd daar in 2022 een verlies van 15 miljoen euro geboekt. Willemen had te goedkoop, en voor een vaste prijs, ingeschreven op een kantoorproject in Berlijn. Onderaannemers kwamen niet opdagen. Er kwam anderhalf jaar vertraging, onder meer door corona. Berlijn was het meest verlieslatende project ooit voor de groep.



Het overgedragen verlies loopt nu op tot ruim 60 miljoen euro. “We nemen geen projecten in het buitenland meer aan.”, zo zegt CEO Jonckheere in gesprek met een financieel economische krant. “Voortaan focussen we op België en Nederland. Verlieslatende contracten hebben we versneld afgerond en de verliezen zijn volledig genomen. Voor de langlopende contracten tot 2025 zijn we met onze klanten om de tafel gaan zitten. We hebben gevraagd de contracten door onvoorziene omstandigheden open te breken, ofwel door een prijsherzieningsclausule ofwel door een hogere forfaitaire prijs. Dat is meestal gelukt. (…) Bij de banken kregen we een gedeeltelijk uitstel van betalingen en een extra overbruggingskrediet van 10 miljoen euro, dat we al voor de helft hebben terugbetaald. Dat geeft ons allemaal extra zuurstof.”