Eric Jonckheere heeft bevestigd dat hij de diagnose heeft gekregen van borstvlieskanker. De man is voorzitter van Abeva, de vereniging van asbestslachtoffers in België. Hij verloor zijn beide ouders en twee broers aan de ziekte. Als zowat de enige in het land kon hij een rechtbank laten bevestigen dat de ziekte van zijn moeder veroorzaakt was door de vervuiling van de Eternit fabriek in Kapelle-op-den-Bos. Eternit vormt mee de basis van het vermogen van de familie Emsens. Jaarlijks sterven er 200 tot 300 mensen aan borstvlieskanker. Dat er daarvan zo goed als niemand naar de rechtbank trekt, heeft te maken met Guy Verhofstadt. Als liberaal premier plaatste die in 2007 een beetje ‘al stoemmelings’ een amendement in de werking van het asbestfonds waardoor slachtoffers moeten kiezen: of een snelle procedure volgen voor schadevergoeding uitgekeerd door het asbestfonds van de federale overheid of een lange, onzekere en dure procedureslag volgen voor de rechtbank tegen het bedrijf en haar aandeelhouders. Guy Verhofstadt is geen onbekende voor de familie Emsens. Hij is al jaren bestuurder van de holding Sofina waar hij onder meer in het gezelschap zetelt van Jacques Emsens. Sofina is in handen van de familie Boël, via huwelijk verbonden met de familie Emsens.
Eric Jonckheere heeft dus wat zijn moeder betreft, niet gekozen voor de snelle afhandeling via het asbestfonds. In 2017 haalde hij definitief gelijk voor het Brusselse Hof van Beroep: Eternit is verantwoordelijk voor de kanker bij zijn moeder. Alleen in Italië was al een gelijkaardige verantwoordelijkheid voor de rechtbank vastgesteld. Nog in 2019 werd de Zwitserse familie Schmidheiny, die samen met Emsens Eternit Italië controleerde, verantwoordelijk gesteld voor twee asbestdoden in de Eternit fabriek in het Italiaanse Genua. Jonckheere zet nu zijn juridische veldslag verder en dagvaardt Eternit voor de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel. Hij stelt daarbij dat de cementproducent, die tot 1998 bouwmaterialen met asbest produceerde, een opzettelijke fout heeft gemaakt en daarom verantwoordelijk is voor zijn borstvlieskanker. Eternit zegt de diagnose van Eric Jonckheere en de zieken die asbest veroorzaakt te betreuren. Het bedrijf deelde mee de dagvaarding te zullen lezen en analyseren.
Met het aanwenden van een ‘opzettelijke fout’ omzeilt Jonckheere het verbod uit het asbestfonds om alsnog naar de rechtbank te trekken. Volgens de berekeningen van Abeva draagt Eternit slechts 9.000 euro per jaar bij tot het asbestfonds, wat maar de helft is van de jaarlijkse schadevergoeding die een asbestslachtoffer krijgt via het asbestfonds. “Het principe ‘de vervuiler betaalt’ wordt in dit geval niet gerespecteerd. Er was een tijd dat Eternit slachtoffers via een privéfonds jaarlijks 42.000 euro schadevergoeding betaalde”, voegt Jonckheere hier nog aan toe. Door Eternit nu voor de rechtbank te dagen, wil Jonckheere het debat over die immuniteit omgooien. Tegelijk roept hij de fabriek op om een asbestverwijderingsplan op te stellen, gezien het asbestprobleem nog geen verleden tijd is. “Eternit was in de jaren zestig op de hoogte van de gevaren van asbest en desondanks is de multinational asbestcement blijven produceren tot het verbod in 1998. Ik roep de erfgenamen van de familie Emsens op een plan uit te werken om asbest uit te roeien, te beginnen met de scholen.”, besluit Jonckheere. (Lees verder onder de foto)
In de Wetstraat is het N-VA kamerlid Valerie Van Peel die steeds weer wijst op de tussenkomst van Guy Verhofstadt bij de opstart van het asbestfonds. Nog in 2019 probeerde ze die bepaling uit de werking van het fonds te halen. Maar tevergeefs. Haar poging werd op dat moment tegengehouden door toenmalig minister van Volksgezondheid Maggie De Block, een oude partijgenoot van Verhofstadt. De Block reageerde toen als volgt: “Asbestose is een verschrikkelijke ziekte. Als dokter, parlementslid en minister heeft deze zaak me altijd nauw aan het hart gelegen. We hebben altijd gezocht naar de best mogelijke manier om de slachtoffers te helpen en te beschermen. Daarom hebben we destijds het asbestfonds opgericht. Ik blijf dat fonds vurig verdedigen.” De Block zegt dat er bovendien een goede reden was voor de rechtbankregeling in het fonds. Die is er gekomen om te vermijden dat slachtoffers een proces moeten voeren tegen hun werkgever of collega’s, en is bedoeld om de sociale vrede en de arbeidsverhoudingen te bewaren.