NIEUW – André de Barsy, ‘held van de kleine belegger’, stroomlijnt familiaal vermogen

André de Barsy op een archieffoto uit 2006. (Foto: Belga Images)

De 85-jarige Brusselse beursbelegger André de Barsy heeft de nieuwe vennootschap Royal Regent opgericht en meteen gekapitaliseerd met 7 miljoen euro. Zijn zoon en dochter Amaury en Sybille werden bestuurder van Royal Regent. Oprichter is onder meer de Luxemburgse holding Sogemindus van de Barsy. Die holding is goed voor 14 miljoen euro. André de Barsy is de neef van Eugène de Barsy die voorzitter was van de Belgische Bankcommissie, de toenmalige beursregulator, in de jaren ‘50 van de vorige eeuw. Hij beheerde mee het familievermogen wat hem in botsing bracht met Jean de Barsy, zoon van Eugène de Barsy. André de Barsy wordt soms ‘de held van de kleine beleggers’ genoemd. Hij profileerde zich immers als verdediger van de minderheidsaandeelhouders bij belangrijke beursoperaties. Zo verzette hij zich tegen de uitkoop van minderheidsaandeelhouders bij de beursgenoteerde watergroep Spadel door Marc du Bois en tegen de machtsgreep van Marnix Galle bij de beursgenoteerde vastgoedgroep Immobel.

André de Barsy studeerde net als zijn vader Léon voor handelsingenieur aan de ULB. Beiden werden financieel actief in de mijnbouw, onder meer in Portugal. “Ik ben opgegroeid in de mijnindustrie. Met Minas de Aljustrel, een bedrijf dat destijds ook op de Brusselse beurs was genoteerd, exploiteerde mijn vader een site in Portugal waar pyriet werd ontgonnen, een ijzer- en zwavelerts dat in de volksmond klatergoud wordt genoemd. Vanuit die activiteit zijn we vanaf de jaren 60 en 70 beginnen te herbeleggen in een aantal bedrijven. Die spreiding van belangen werd bittere noodzaak, toen onze mijn na de Portugese Anjerrevolutie van 1974 feitelijk werd genationaliseerd. Zo ben ik er voltijds ingerold.” zo zei hij daarover in 2016 in één van zijn schaarse interviews.



André de Barsy ontpopte zich tot beheerder van het familiaal vermogen, onder meer ook dat van zijn oom Eugène de Barsy. Zijn vader Léon was de broer van Eugène de Barsy, voormalig voorzitter van de Belgische Bankcommissie. “Toen ik nog jong was, heb ik veel met mijn nonkel gesproken over het zakenleven”, vertelde De Barsy daarover. “Mijn nonkel was als voorzitter van de Bankcommissie een echte scheidsrechter, maar dat was ook nodig omdat er nog geen wetten waren. Vandaag is alles veel meer in wetten gegoten.” Bij het beheer van het familiaal vermogen kwam hij in botsing met Jean de Barsy, de zoon van Eugène. Jean de Barsy kwam in de jaren ‘90 in moeilijkheden nadat bleek dat hij op notoriteit van zijn naam leningen aanging die hij niet terugbetaalde. In 1996 werd hij veroordeeld tot 3 jaar gevangenis met uitstel nadat hij een put zou hebben achtergelaten van 439 miljoen Belgische frank of om en bij 10 miljoen euro. (Lees verder onder de foto)

Eugène de Barsy (links) op een archieffoto uit 1975 met naast hem toenmalig liberaal toppoliticus en minister van Financiën Willy De Clercq. (Foto: Belga Images)

André de Barsy kwam voor het eerst in het oog van de beursbeleggers begin de jaren 90 en wel met de zogenaamde ‘affaire-Schneider’. In 1992 had hij als een van de eersten vragen bij de vreemde constructies en verdachte transacties in het Franse concern. Schneider had inkomsten en activa van dochterbedrijven doorgesluisd naar obscure belastingparadijzen. Het gerechtelijk onderzoek naar die malversaties leidde in 1994 tot de spraakmakende arrestatie van de Schneider-topman Didier Pineau-Valencienne. In 2010 wierp hij zich op als kleine aandeelhouder van de beursgenoteerde groep Spadel, eigenaar van het merk Spa, en in handen van de familie du Bois. Concreet wou Spadel in 2010 een superdividend van 14 euro per aandeel uitkeren. Hoofdaandeelhouder Marc du Bois had dat geld nodig om een pakket aandelen van zijn zus over te kopen. De Barsy wees toen op de fiscale nadelen voor de kleine beleggers, die 25 procent roerende voorheffing moesten betalen op de winstuitkering. Hij stelde als alternatief een inkoop van eigen aandelen voor. Later, in 2016, wist hij te verhinderen dat Marc du Bois de minderheidsaandeelhouders uit Spadel uitkocht tegen een prijs die volgens de Barsy veel te laag was. Bij de val van Fortis in 2008 kon hij al de minderheidsaandeelhouders op zijn hand krijgen tijdens de algemene vergadering van de falende bank. (Lees verder onder de foto)

Marnix Galle. (Foto: RV)

Hij wierp zich ook op als kritisch waarnemer in 2014 wanneer de vastgoedondernemer Marnix Galle, echtgenoot van Sioen-topvrouw Michèle Sioen, met net geen 30 % van de aandelen de beursgenoteerde groep Immobel wil overnemen. Alhoewel, officieel stelde Galle het tegenovergestelde. Kort na zijn instap in Immobel zegt hij dat een fusie tussen zijn eigen bedrijf Allfin en Immobel niet op de agenda staat. Er wordt benadrukt dat Immobel en Allfin, die in feite concurrenten zijn, als volledig gescheiden groepen naast elkaar zullen blijven functioneren. Maar plots volgt dan toch een fusie operatie. Wanneer die mislukt in augustus 2015 wordt het ontslag aankondigd van zowel Immobel voorzitter Paul Buysse als CEO Gaëtan Piret. “Ik vind dat een vreemde gang van zaken.”, zo zei de Barsy daarover. “Wanneer een fusieproject wordt besproken en er komt geen akkoord uit de bus met je belangrijkste aandeelhouder, dan moet de voorzitter net aan boord blijven om er zeker van te zijn dat de belangen van alle aandeelhouders worden gerespecteerd. Maar wat doet voorzitter Buysse? Op de dag van het afbreken van de gesprekken zegt hij: ‘Ik leg mijn pet neer en geef die door aan Marnix Galle.’ Dat is als een kapitein die in volle zeeslag het schip verlaat terwijl het geënterd wordt door piraten.” Later kwam Immobel effectief in handen van Galle. “Het is flagrant dat Allfin de raad van bestuur en de directie van Immobel volledig in zijn greep heeft gekregen, hoewel zijn belang altijd onder 30 procent is gebleven en het daardoor nooit een publiek bod heeft moeten uitbrengen. In plaats van een overnamebod op de aandelen van Immobel deed Allfin een overname van de raad van bestuur, en dat werd mogelijk gemaakt door het onmiddellijke en vrijwillige vertrek van voorzitter Paul Buysse. Voor mij was dat niet meer of minder dan een regelrechte coup. De opslorping van Allfin door Immobel waardoor Marnix Galle 58,77 procent van Immobel verwierf, is daarvan het finale sluitstuk, hoewel een jaar eerder nog werd gezegd dat de fusie niet zou doorgaan.” aldus nog André de Barsy die daarmee zijn rol van luis in de pels van beursgenoteerde bedrijven alle kracht bijzette.