De familie de Spoelberch is één van de drie grote aandeelhouders van de biergigant AB Inbev. De dividenden die ze ontvangt van die multinational herinvesteert ze gedeeltelijk via de holding Verlinvest. Nog vorig jaar stapte de familie de Mévius, ook een AB Inbev aandeelhouder, uit Verlinvest. De holding controleerde sedert 2008 50 % van Armonea, de andere 50 % waren in handen van de familie Van den Brande. Armonea baat in België 85 rusthuizen, serviceflats en residenties uit waarin 9.000 senioren worden verzorgd. Er werken 7.000 mensen. De groep ging de voorbije jaren op zoek naar schaalvergroting via de overnames van de Spaanse rusthuizengroep La Saleta en het Duitse DPUW. Die expansie kostte echter veel geld en lag mee aan de basis van de verkoop van Armonea aan het Franse Colisée. Die legde meer dan 500 miljoen euro op tafel voor de Belgische rusthuizengroep.
Het is een beetje cynisch dat de opbrengst uit de verkoop van de rusthuizen aangewend wordt door Verlinvest om nu al een aantal minwaarden te incasseren als gevolg van corona, een ziekte die in eerste instantie de rusthuizen treft. Op het niveau van de moedervennootschap incasseert de groep maar liefst 358 miljoen euro aan éénmalige minwaarden. Een deel daarvan zijn geanticipeerde verlagingen op investeringen als gevolg van corona. Die worden al doorgevoerd op de balans van 2019, iets waar de meeste bedrijven mee wachten tot de rekening van 2020 wordt opgemaakt. Maar nu neutraliseren die minwaarden ook fiscaal de meerwaarde van de verkoop van Armonea. Verlinvest investeert in drie sectoren: e-commerce, dranken en voeding en gezondheidszorg.