Omstreden “afkoopwet” is goed voor 1 miljard euro, werkt vooral in Vlaanderen (en ging van start op een foute manier)

De afkoopwet maakt het mogelijk dat fraudeurs verdwijnen zoals een dief in de nacht. (Foto: Belga Images)

Sinds 2011 zijn 1.266 mensen of rechtspersonen, zoals bedrijven, ontsnapt aan een gerechtelijke vervolging door gebruik te maken van de zogenaamde “afkoopwet”. Het gaat daarbij in hoofdzaak om fiscale dossiers. Wie vervolgd wordt, kan daarmee na toestemming van het openbaar ministerie en na betaling van een schikking vermijden dat hij nog moet verantwoording afleggen voor de rechtbank. In totaal is voor die schikkingen ruim 955 miljoen euro betaald aan de staat. Bijna de helft daarvan of 446 miljoen euro ging naar het gerecht, de rest of 401 miljoen euro was bestemd voor de fiscus die in fiscale fraudezaken ook vergoed moet worden. Bijna alle fiscale dossiers situeren zich in Vlaanderen. En in alle discussies daarrond wordt soms vergeten dat de afkoopwet geforceerd van start ging om de Oezbeekse miljardair Patoh Chodiev van een vervolging af te helpen.

De wet op de verruimde minnelijke schikking, zoals de ‘afkoopwet’ officieel heet, bestaat sinds 2011. Ze maakte het mogelijk om gelijk wanneer een vervolging af te kopen, ook voor zwaardere misdrijven en als een gerechtelijk onderzoek of een proces al is opgestart. Vanaf het begin werd gezegd dat de afkoopwet zou leiden tot klassenjustitie: wie geld heeft, kan zijn vervolging afkopen en een blanco strafblad houden, ook in grote dossiers. N-VA-Kamerlid Sophie De Wit vroeg aan de minister van Justitie hoeveel dergelijke dossiers ondertussen werden afgerond. Vlaanderen is goed voor 684 van de 1.368 voorgestelde schikkingen en waarvan er dus ook 1.266 zijn gerealiseerd. 442 schikkingen vonden plaats in Wallonië, 223 in Brussel en de resterende 19 zijn gesloten door het federaal parket. Vooral Brussel valt hier op. De hoofdstad huisvest immers veel meer vennootschappen in vergelijking met de twee andere gewesten.



Van de afkoopwet wordt gezegd dat hij zekerheid biedt op een effectieve financiële sanctie. Zeker in financiële dossiers mikken procedurepleiters op verjaring en procedurefouten. ‘Maar de verruimde minnelijke schikking lokt begrijpelijkerwijs weerstand op’, zegt De Wit in de krant de Tijd aan wie ze de cijfers doorspeelde. ‘In een ideale wereld en met een justitie die alle nodige tijd, middelen en personeel heeft, zou geen afkoopwet mogen bestaan. Maar zolang dat niet zo is, is de afkoopwet de ‘beste slechte oplossing’. Dat tonen deze cijfers ook aan. Het is wel opmerkelijk dat in tien jaar 96 procent van de fiscale opbrengsten uit de schikkingen uit Vlaanderen komt. In het rechtsgebied Bergen is 0 euro fiscaal geschikt. Ik kan me moeilijk voorstellen dat alleen Vlamingen zwart geld zouden bezitten. Dit is opnieuw een sterke aanwijzing dat in Franstalig België de bestrijding van fiscale fraude niet leeft.’

Aangezien ook de geschiedenis haar rechten heeft, is het goed nog even te wijzen op de manier waarop de ‘afkoopwet’ het licht zag. Onder druk van de Franstalige liberalen werd de wet in 2011 versneld door Kamer gejaagd. Einddoel was de daarvoor speciaal tot Belg genaturaliseerde Oezbeekse miljardair Patoh Chodiev te laten ontsnappen aan een gerechtelijke vervolging. Chodiev betaalde onder meer 740.000 euro aan wijlen Armand De Decker, de toenmalige liberale voorzitter van de Senaat. De Decker heeft altijd ontkend dat hij werd omgekocht door Chodiev. De 740.000 euro was volgens hem een gewoon ereloon voor gepresteerde diensten als advocaat.