McKinsey betaalt 7 miljoen euro terug in Nethys-schandaal

Het gebeurt niet alle dagen dat een internationaal auditbureau één derde van zijn ontvangen vergoedingen van de voorbije vijf jaar terugstort aan een klant. Dat is precies wat McKinsey wel is overeen gekomen met haar klant, de Luikse intercommunale Nethys. McKinsey betaalt 7 miljoen euro, 8,5 miljoen inclusief btw, terug aan Nethys of 30% van de 23,59 miljoen vergoedingen betaald door de intercommunale over de afgelopen 5 jaar. Inzet vormt de kaduke waardering die McKinsey opmaakte van het kabelbedrijf VOO en van het energiebedrijf Elicio, twee kroonjuwelen van Nethys. Einddoel was die dochterbedrijven voor een spotprijs over te laten aan de toenmalige sterke man van de intercommunale Stéphane Moreau. Die zette daarvoor een constructie op met de Luikse farma ondernemer François Fornieri.



McKinsey geeft toe dat het geleverde werk voor Nethys niet voldoet aan de gestelde normen. De betaling van 7 miljoen euro noemt ze een ‘commercieel gebaar’. In realiteit gaat het om een dading waarbij beide partijen overeen zijn gekomen geen verdere juridische stappen te zetten. Zo wil McKinsey een schandaal in België vermijden.

In praktijk wordt de waardebepaling van een bedrijf altijd begeleid door een zakenbank. In het geval van Nethys deed McKinsey die waardbepaling alleen. Voor de producent van windenergie Elicio bracht McKinsey 965 miljoen euro schulden van het bedrijf in rekening. Daardoor werd de overnamewaarde teruggebracht tot 1 euro. Het bedrijf zou dan voor dat symbolisch bedrag worden verkocht aan Moreau en Fornieri. Hetzelfde voor het ICT bedrijf Win dat 25 miljoen euro waard was maar door McKinsey een waarde meekreeg van pakweg 9 miljoen euro. De waarde van kabelbedrijf VOO, 1,2 miljard euro, herleide McKinsey tot 1,07 miljard euro. Op die manier werden de kroonjuwelen van Nethys in de solden gezet. De hele constructie kapseisde echter wanneer de Waalse socialisten van de PS onder leiding van Elio di Rupo het dossier doorspeelden naar het gerecht. De beslissing van Di Rupo kaderde ook in de regionale concurrentiestrijd binnen de PS. Di Rupo verdedigde daarbij de belangen van de PS in Henegouwen tegen de invloeden van Luik.