Het leven van de 66-jarige Luc Verelst leest als een boek. Als landbouwingenieur gestart in de veevoederindustrie, 10 maanden later zijn eigen varkensstal gebouwd, kort daarna die van een buurman en zo een eigen bouwbedrijf gestart. Na 10 jaar haalde dat een omzet van 50 miljoen euro. Daarop 49 % van het bedrijf verkocht aan de groep CFE. De opbrengst geherinvesteerd in bouwpromotor Eurinpro waarvan het beleid in handen werd gegeven van Bart Verhaeghe. Op 45-jarige leeftijd trok Verelst zich terug uit het zakenleven en vestigde hij zich in Zwitserland. Hij legt zich daar toe op de sociale economie met een belangrijk project in Peru. Later concentreert hij zich op investeringen inzake kankerbestrijding. Hij komt onze ranglijst binnen met een vermogen van 114 miljoen euro.
In 2008 werd bij de zus van Luc Verelst kanker vastgesteld. De zoektocht naar een therapie eindigde ultiem in de creatie van het Luxemburgse vehikel Droia, een durfkapitaalfonds dat geld bijeen bracht van verschillende ondernemers waaronder Emiel Lathouwers, Filip Balcaen en Marc Coucke. Droia investeert in kankeronderzoek.
Verelst zijn filosofie is éénvoudig: je koopt iets voor één euro, steekt er voor één euro werk in en verkoopt het voor drie euro. “Als je het verkoopt voor anderhalve euro, moet je geen zaken doen. Moeilijker is het niet.” zo zegt hij. “Wat de aandeelhouders met hun winst doen, is hun probleem. Bouwen ze er een yacht mee of bouwen ze er een dorp in Peru mee?”
Verelst controleert ook nog altijd 27 % van LakeSprings, de holding boven de bouwpromotor Uplace van Bart Verhaeghe. Minder bekend is het feit dat Verelst ook 33 % controleerde van Xpenditure, een onkostenplatform dat in 2017 werd verkocht aan Sodexho en Verelst een meerwaarde opleverde van 6 miljoen euro.
UPDATE
Een lezer wijst er op dat Luc Verelst ook betrokken was bij de verkoop van de biotech bedrijven Tibotec en Virco en later nog andere start ups ondersteunde. Zijn vermogen ligt ongetwijfeld een stuk hoger dan dat van Bart Verhaeghe, aldus nog onze attente lezer. Maar wij beperken ons in eerste instantie tot cijfers die we kunnen staven met officiële stukken. Er kunnen later altijd nog herberekeningen volgen.
