De Brusselse Kamer van Inbeschuldigingstelling maakt zich klaar om volgende maand twee dagen te spenderen aan de zaak Beaulieu, Centraal daarin staan drie kinderen van wijlen Roger De Clerck, zijn zonen Francis en Luc en zijn dochter Ann. Zij worden er door hun broers Jan en Dominiek De Clerck van beschuldigd witwasconstructies te hebben opgezet waarbij het textielimperium Beaulieu onder hun drieën werd verdeeld. Ze konden dat doen omdat de Beaulieu-aandelen officieel in handen waren van de Libanese familie Katchadourian. In totaal worden 15 mensen gedagvaard, waaronder de advocaat Jean-Pierre Van de Maele, persoonlijk adviseur van Roger De Clerck. Van de Maele is ook plaatsvervangend rechter waardoor de zaak onmiddellijk voor het Hof van Beroep komt. De drie De Clercks onderhandelen nu met het Brusselse parket-generaal om via de afkoopwet alsnog hun proces en de daaraan verbonden celstraffen te ontlopen.
De krant De Standaard bericht vandaag over het sluitstuk van het grote Beaulieu-onderzoek dat dertig jaar geleden startte. Beaulieu zelf trof eind 2016 een schikking met de fiscus, maar de familieleden regelden hun eigen zonden nog niet, aldus de krant. Dat proberen ze nu alsnog te doen, waarbij twee grote schikkingen nodig zijn. Eén tussen de familieleden onderling en aansluitend één met het gerecht.
De controlerende aandeelhouders van Beaulieu verdeelden in 2009 een belangrijk aandelenpakket onder elkaar. Het ging om de sleutelfiguren binnen de familie: het echtpaar Stefaan Colle-Ann De Clerck, Francis De Clerck en echtgenote, en Luc De Clerck en echtgenote. Ze verdeelden de aandelen tegen een bodemprijs van nog geen 12 miljoen euro, terwijl ze toen 193 miljoen waard waren. De familieleden die verstoken bleven van de aandelen, eisten hun deel, kregen dat niet, trokken vervolgens naar het gerecht en stelden zich burgerlijke partij. Het ging om Dominiek De Clerck en Jan De Clerck, respectievelijk de jongste en oudste zoon van wijlen Beaulieu-stichter Roger De Clerck. De twee familieleden deden uit de doeken dat de hele aandelentransactie een witwasconstructie was waarbij zwarte Beaulieu-aandelen die in twee Luxemburgse holdings zaten, werden ingepikt door een deel van de familie. Officieel behoorden de aandelen toe aan de Libanese familie Katchadourian, waarmee Beaulieu jarenlang samenwerkte. Op een bepaald moment bezat Katchadourian op papier 53 procent van Beaulieu. Maar volgens Dominiek en Jan was dat een nepconstructie.
Het gerecht heeft een sterk dossier waarbij de familieleden en adviseurs die zich schuldig maakten aan witwassen, vijf jaar cel riskeren. Belangrijker nog: ze riskeren ook de verbeurdverklaring van de Beaulieu-aandelen en dat willen ze absoluut voorkomen. De zaak nodeloos rekken voor het gerecht is geen optie, omdat ze rechtstreeks voor het hof van beroep voorkomt.
Dit artikel werd gecorrigeerd. De eerste zittingen zijn voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling en pas daarna volgt eventueel het Hof van Beroep.
