Jeroen Piqueur moet wel degelijk zelf 20 miljoen euro uit zijn eigen zak betalen aan de schuldeisers van de failliete Optima Bank. Het Gentse hof van beroep heeft die garantiestelling van 20 miljoen euro die Jeroen Piqueur verleende aan de Optima Bank bevestigd. Piqueur had de garantiestelling betwist, omdat het faillissement zou zijn uitgelokt door de topfiguren van de Nationale Bank van België. Het hof maakt nu brandhout van die stelling. “Anders dan Piqueur en zijn vrouw willen voordoen, blijkt absoluut niet dat leidinggevende figuren van de NBB op ongeoorloofde wijze druk of dwang hebben uitgeoefend.” Advocaat Geert Lenssens, die opkomt voor de slachtoffer van de bank, was er als de kippen bij om te reageren. “Voor het eerst worden de praktijken van Piqueur genadeloos afgestraft’, aldus Lenssens.
De persoonlijke garantie van Piqueur was een eis van de Nationale Bank om de overname van Ethias Bank door Optima goed te keuren. Wanneer het hele Optima dossier eindigde in het gekende debacle, bracht Jeroen Piqueur zijn echtgenote in stelling. Zij vroeg de rechtbank die waarborg nietig te verklaren. Ze vindt dat de 20 miljoen zowel aan Piqueur als aan haar toebehoort en zij er geen toestemming voor gegeven had. De familierechtbank wees die vraag eerder af, en gisteren deed ook het Gentse hof van beroep dat.
Het hof was in zijn arrest zeer streng voor Piqueur. De rechtbank hekelde dat de Optima-topman zich verschuilde achter een geheel van fiscale en andere constructies via een kluwen van vennootschappen. Er werd ook uitgebreid verwezen naar de ‘buitenmaats riante levensstandaard van het gezin Piqueur’ met in Knokke een appartement van 3 miljoen euro, een reeks luxewagens waaronder een Rolls-Royce Phantom en dan nog de Rubeccan, een jacht dat voor 12 miljoen euro werd verkocht.
De vraag is of dit alles veel zoden aan de dijk zet. Er zijn nu al meer dan 74 miljoen euro aan schuldvorderingen ingediend. Piqueur liet eerder al weten dat hij persoonlijk failliet is en geen geld kan aanbrengen. Hij kan ook nog het arrest van het hof van beroep aanvechten bij Cassatie.