Zowel de groentendistributeur Greenyard als kledingdistributeur FNG vechten voor hun overleven. Beide bedrijven leggen daarbij een parcours af dat in grote lijnen gelijk loopt: een sterke basis van sectorkennis, ongebreidelde groei door overnames, door zware financiële schulden te maken, kwetsbaar worden en dan, één accident. Maar bovenal beiden werden geleid door sterke persoonlijkheden: Hein Deprez voor de groentensector en Dieter Penninckx voor de kledingwinkels. En beiden zijn dan ook menselijke verhalen van ambitie, koppigheid en doorzetting. Maar getemperd door de moraliserende thema’s die Pieter Bruegel de Oude in 1565 in zijn schilderij “De val van Icarus” verwerkte: overmoed en zelfbedrog, menselijke onverschilligheid, en nuchterheid boven fantasievol streven.
Beide bedrijven Greenyard en FNG werden door hun twee eigenaars op korte tijd naar sterke groeicijfers geleid. Die groei kwam voornamelijk uit overnames van andere bedrijven. Zowel Hein Deprez en Dieter Penninckx moesten daarbij terugvallen op hun eigen beperkte financiële middelen. Dus deden ze een beroep op wat “het publiek spaarwezen” wordt genoemd. Ze haalden geld op bij kleine aandeelhouders en brachten hun bedrijven naar de beurs. Maar dat volstond niet. Dus werd er daarnaast meer en meer geld ontleent bij banken en financiers.
Die groei oogt mooi, zeker voor de aandeelhouders. Zeker in de eerste groeifase. Maar dan tonen zich de eerste tekenen van overspanning. Bij Greenyard wanneer Hein Deprez mislukt in zijn poging om de Amerikaanse fruitgigant Dole over te nemen. Bij Dieter Penninckx wanneer die voluntaristisch de failliete Nederlandse groep Brantano overneemt en versneld moet overgaan tot sanering van de groep. En dan komt er een onverwachts incident dat alle plannen doorkruist. Bij Greenyard een listeriabesmetting in een verwerkingsbedrijf in Hongarije. Voor FNG de coronacrisis en het stilleggen van elke omzetmotor. En dan vallen de dominostenen die wel mooi rechtop staan maar te hoog zijn om stabiel te staan. (Lees verder onder de foto)
De daaropvolgende reddingsplannen nemen ook gedeeltelijk dezelfde vorm aan. Vooreerst het verlichten van de financiële druk. Het wegsnijden van gezwellen die andere vitale groepsorganen bedreigen. Dat vereist een sterke en overtuigende communicatie, precies niet de sterkste punten van Deprez en Penninckx die vooral op zichzelf vertrouwen. De banken zwichten echter wel. Ze hebben immers meer te verliezen bij het omvallen van beide groepen dan bij een diepgaande sanering. Redden wat er nog te redden valt. Anders is het gesteld met de kleine aandeelhouders. Die komen pas aan het eind van het verhaal in zicht. Als dat eind er al komt. Maar op zich is dat geen punt. Die kleine aandeelhouder zou moeten weten waar hij aan begint. (Lees verder onder de foto)
Greenyard en Hein Deprez konden zich optrekken aan de coronacrisis. Letterlijk. De verkoop van groenten werd versterkt door de gezondheidscrisis. Terwijl de beurskoers van Greenyard aantrok, stuikte die van FNG in elkaar. Om te bevriezen op een dieptepunt, starend in de “abyss” zoals je die enkel ziet in gedramatiseerde tv-series. Een analyse maken zoals deze is geen afrekening van persoonlijkheden. Onze samenleving wordt gedragen en vooruit gestuwd door sterke persoonlijkheden. Met vallen en opstaan. Maar soms is het nuttig de tijd even stil te zetten, zoals bijvoorbeeld in deze coronatijden. En vast te stellen, zoals Pieter Breugel de Oude al deed, dat het soms beter is even langzaam in orbit rond de zon te vliegen dan steil er op af te gaan.